Financiële kaders
Financiële kaders
Voor het opstellen van de programmabegroting 2019 hanteren we algemene uitgangspunten. Deze gaan over het aantal inwoners, de toe te passen indexering voor lonen en prijzen, btw verhoging en de belastingtarieven.
Inwoners
De volgende aantallen inwoners ramen we:
Peildatum | Aantal inwoners |
01-01-2019 | 34.700 |
01-01-2020 | 34.600 |
01-01-2021 | 34.500 |
01-01-2022 | 34.500 |
Indexering lonen en prijzen
Het inflatiepercentage voor 2019 baseren we op de cijfers in het CEP 2018 van het Centraal Planbureau, zoals deze in maart 2018 gepubliceerd zijn. Hierop baseert het rijk doorgaans ook de cijfers in de meicirculaire.
De raming voor lonen in 2019 verhogen we met 3% ten opzichte van 2018 en die voor prijzen met 2,4%. Voor de baten hanteren we hetzelfde inflatiepercentage als die voor prijzen, te weten 2,4%. Voor de jaren na 2019 houden we voor de raming van zowel de lasten als de baten de nullijn aan.
In 2019 krijgen de gemeenschappelijke regelingen volgens de Begrotingsrichtlijnen regio Nijmegen (BRN) een extra compensatie van 2,2% voor salarismaatregelen in 2017 en 2018.
Op basis van deze gegevens ramen we dat de lasten stijgen met € 1.884.000 en de baten met € 1.805.000.
Bij de uitwerking van deze uitgangspunten naar de begroting 2019 passen we niet standaard een algemene inflatievergoeding toe. Per raming maken we bij het opstellen van de begroting een realistische inschatting.
BTW van 6% naar 9%
In het regeerakkoord staat dat het btw tarief van 6% per 1 januari 2019 wordt verhoogd naar 9%. Willen we een gelijke huuropbrengst van de gemeentelijke sportaccommodaties houden dan moeten we de huurtarieven met 3% verhogen en doorrekenen aan de gebruikers. Dit komt overeen met een bedrag van € 14.000. Dit komt omdat we de ontvangen btw moeten afdragen aan de Belastingdienst. Deze verhoging van 3% komt op de inflatiecorrectie van 2,4%.
Belastingen, heffingen en leges
Hieronder geven we per belasting, heffing of leges aan wat het uitgangspunt is voor de begroting 2019.
Omschrijving | Uitgangspunt |
Onroerende zaakbelastingen (OZB) | De tarieven voor 2019 verhogen we met de inflatiecorrectie (2,4%) |
Toeristenbelasting | Voor 2019 stijgen de tarieven met € 0,01 per overnachting. Dit sluit aan met de in het verleden gemaakte afspraken met de STER (Stichting Toerisme en Recreatie). |
Forensenbelasting | Bij de tariefsverhoging voor 2019 is aansluiting gezocht bij het gemeentelijk beleid over de toeristenbelasting. Uitgaande van het laagste tarief toeristenbelasting betekent dit een verhoging van de forensenbelasting met 2%. Het tarief ronden we af op hele euro's en komt voor 2019 uit op € 153. |
Afvalstoffenheffing | Uitgangspunt is dat de afvalstoffenheffing kostendekkend is. Eind 2018 komen we met een raadsvoorstel over de tarieven voor 2019. |
Rioolheffing | Uitgangspunt is dat de rioolheffing kostendekkend is. De tarieven worden gebaseerd op het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP). Eind 2018 komen we met een raadsvoorstel over de tarieven voor 2019. |
Rioolaansluitrecht | Ook hier is het uitgangspunt dat het tarief kostendekkend moet zijn. Eind 2018 leggen we een raadsvoorstel over de tarieven 2019 voor aan de gemeenteraad. |
Grafrechten | De tarieven voor 2018 verhogen we met de inflatiecorrectie (2,4%). |
Marktgelden | De tarieven voor 2018 verhogen we met de inflatiecorrectie (2,4%). |
Leges, gebaseerd op tijdsbesteding | Deze tarieven berekenen we opnieuw op basis van het nieuwe uurtarief voor 2019. |
Leges rijbewijzen of paspoorten | Voor de leges voor rijbewijzen en paspoorten stelt het Ministerie van Binnenlandse Zaken normen en/of maximum tarieven vast. De prijsontwikkelingen van het Ministerie volgen wij ook voor 2019. |
Leges overig | De overige tarieven in de legesverordening verhogen we met de inflatiecorrectie (2,4%). Naast de hierboven genoemde uitzonderingen kan het zijn dat de tarieven, die door o.a. het Kadaster worden vastgesteld hiervan afwijken. Op grond van het dekkingsplan 2018-2021 verhogen we de legesopbrengst met € 50.000 in zowel 2020 als 2021. |
Reserve rekeningresultaten
In onze (meerjaren)begroting 2019-2022 houden we rekening met een aanwending van de reserve rekeningresultaten van ongeveer € 622.000 per jaar.
Stelpost onderuitputting
Op basis van de positieve rekeningoverschotten in de afgelopen jaren ramen we een bedrag van € 500.000 aan onderuitputting. Hiervoor nemen we een stelpost op.