Vanaf 2019 geldt een andere definitie voor het begrip woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet. Jeugdigen tot 18 jaar met verblijf staan nu ingeschreven in de gemeente waar de instelling zich bevindt en deze gemeente betaalt de kosten. Straks gaat de gemeente van herkomst de zorgkosten van het kind betalen en niet langer de gemeente waar het kind verblijft. Eerste berekeningen laten zien dat we mogelijk een voordeel van € 746.000 hebben. Dit bedrag is berekend op basis van het zorggebruik 2016. De komende tijd wordt nog nader onderzoek gedaan. Zo wordt nog gekeken naar de effecten voor gemeenten en of het objectief verdeelmodel nog verder moet worden verfijnd. Mogelijk komt er een overgangsregeling omdat sommige gemeenten er fors op achteruit gaan.

De gemeente Nijmegen voert deze taak nu uit als centrumgemeente. Met ingang van 2020 worden de rijksmiddelen overgeheveld naar alle gemeenten en verdeeld op basis van een objectief verdeelmodel. Nu worden de rijksmiddelen toebedeeld op basis van een historisch verdeelmodel. Het is nog onduidelijk welk effect dit voor onze gemeente heeft.

In het regeerakkoord staat dat er met ingang van 2019 een abonnementstarief van 17,50 euro per vier weken komt voor huishoudens die gebruikmaken van de Wmo-voorzieningen. Het huidige principe “bijdrage naar draagkracht” vervalt hierdoor. Per 2020 wordt de gemeente (nu CAK) verantwoordelijk voor de inning van de eigen bijdrage.
Wij schatten in dat door de verlaging van de eigen bijdrage de inkomsten dalen met € 300.000. Wij ontvangen van het rijk een compensatie via een verhoging van de algemene uitkering van ongeveer € 210.000.
Voor de midden- en hogere inkomensgroepen wordt het aanmerkelijk goedkoper om gebruik te maken van Wmo-voorzieningen. We verwachten dat de uitgaven voor Wmo-voorzieningen fors toenemen. Dit komt omdat de prikkel voor veel mensen met midden- en hogere inkomens, om de ondersteuning zelf te regelen en te organiseren, voor een groot deel wegvalt. We ramen € 200.000 aan extra uitgaven. Het eerste jaar verwachten we voor de opstart € 100.000.
Deze mutaties hebben we meegenomen in de Voorjaarsnota 2018 omdat deze onderdeel uitmaken van de maatregelen die in de maartcirculaire 2018 zijn verwerkt.

Als gevolg van een rechterlijke uitspraak van het Europese Hof moet de gemeente de btw-regels voor sportaccommodaties aanpassen. Als gevolg hiervan is vanaf 2019 geen btw-aftrek meer mogelijk op kosten voor aanleg, renovatie, onderhoud en exploitatie van sportaccommodaties. Deze maatregel leidt tot een financieel nadeel voor gemeenten en sportverenigingen. Het rijk wil hen compenseren door de extra opbrengst voor de schatkist terug te geven. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe de compensatie zal plaatsvinden en welk financieel gevolg dit heeft. In de Kadernota gaan we er voorlopig van uit dat deze operatie budgettair neutraal verloopt.

In het regeerakkoord trekt het kabinet vanaf 2019 extra middelen uit voor het  achterstandenbeleid. Hiermee moeten de gemeenten het aanbod van voorschoolse educatie verruimen. Daarmee kunnen gemeenten peuters met een risico op een achterstand spelenderwijs meer taalvaardigheden mee laten geven. De extra rijksuitkering loopt op van € 37.000 in 2019 naar € 148.000 in 2022. Deze extra middelen zetten we direct in voor voorschoolse educatie. Deze mutatie heeft daardoor geen invloed op het begrotingssaldo.

De kosten voor het Sociaal Domein, onderdelen jeugd en Wmo zijn ongeveer € 2,1 miljoen hoger dan de rijksuitkering. We verwachten dat dit tekort daalt met € 746.000 door de aanpassing van het woonplaatsbeginsel. Volgens het coalitieakkoord ramen  we voor het inzetten van een praktijkondersteuner bij de huisartsenpraktijken en jeugdconsulenten op scholen € 160.000. Deze extra inzet moet leiden tot kostenbesparingen.
Hierna resteert er nog een bedrag van ongeveer € 1,5 miljoen. In het coalitieakkoord is opgenomen dat we dit tekort in 4 jaar afbouwen, waarvan € 400.000 op formatie en inhuur.  Vanaf 2021 hadden we al een taakstellende bezuiniging van € 150.000 in onze meerjarenraming opgenomen. Dus de afbouw bedraagt uiteindelijk ruim € 1,3 miljoen.
In de notitie “Grip op kosten in het  sociaal domein: Wmo en Jeugdhulp” zijn diverse ombuigingsmaatregelen aangedragen. Een raadswerkgroep heeft onlangs aangegeven welke maatregelen we verder gaan uitwerken. In de raadsvergadering van 27 september 2018 zal de raad een besluit nemen over deze uitgewerkte maatregelen.

Naar aanleiding van vragen in de raad is het principebesluit genomen om de bestaande gymzalen van de SPOG (Stichting Primair Onderwijs Groesbeek) te handhaven. Daarbij kijken we ook naar duurzaamheidsaspecten.
In overleg met het schoolbestuur hebben we een traject opgestart om de onderhoudssituatie in beeld te brengen. Daarnaast bekijken we wat nodig is om de gebouwen weer op adequaat niveau te brengen. In juni verwachten wij de uitkomsten van dit onderzoek. In het najaar 2018 leggen we een voorstel aan de raad voor.
We verwachten dat de huidige reservering (€ 250.000) voor groot onderhoud van gymzalen niet toereikend is. Deze reservering is ook bedoeld voor groot onderhoud van gymzalen van scholen voor speciaal onderwijs. We nemen de raming voorlopig op als 'pm'.

Aandacht voor eenzaamheid, zingeving, dementie en de positie van de mantelzorger

Versterking van de relatie met partners in de keten van toewijzing

Instellen van een raadswerkgroep Sociaal Domein voor bezuinigen op zorg

Terugbrengen inhuur/formatie Sociaal Domein

Afbouw resterend tekort Sociaal Domein

Uitbouw van projecten die zorg verminderen

Bij preventie is een aanpak van middelengebruik (alcohol en drugs) van groot belang

Toetsing van participatie bij beleid en uitvoering

Gemeentelijke gebouwen energieneutraal maken

Aanpassing definitie woonplaatsbeginsel

Beschermd wonen

Abonnementstarief huishoudens

Herziening btw vrijstelling sportverenigingen

Uitgaven aanpak achterstanden beleid

Rijksuitkering aanpak achterstanden beleid

Grip op kosten sociaal domein

Groot onderhoud gymzalen