Financieel MeerjarenPerspectief
Het Financieel MeerjarenPerspectief (FMP) ziet er voor de komende jaren als volgt uit:
Bedragen x € 1.000 | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
FMP vastgestelde programmabegroting 2018 | -63 | -163 | 120 | 120 |
Besluitvorming 2018 tot Voorjaarsnota | 53 | 134 | 132 | 132 |
Voorjaarsnota 2018 | -1786 | -962 | -454 | -454 |
FMP t/m Voorjaarsnota 2018 | -1796 | -991 | -202 | -202 |
Kadernota 2019 | 1330 | 985 | 877 | 874 |
FMP t/m Kadernota 2019 | -466 | -6 | 675 | 672 |
waarvan structureel | -216 | 173 | 680 | 677 |
waarvan incidenteel | -250 | -179 | -5 | -5 |
Dit meerjarenperspectief laat een gunstig beeld zien. In het eerste jaar hebben we nog te maken met een tekort. Daarna slaat dit om en is er sprake van een positief begrotingssaldo.
Voor de dekking van het tekort in het eerste jaar willen we de algemene reserve aanspreken.
We hebben rekening gehouden met het volgende:
- Het tekort op het sociaal domein bouwen we in 4 jaar af. We komen nog met ombuigingsvoorstellen. Tot die tijd brengen wij de tekorten ten laste van de algemene reserve. In totaal € 2,4 miljoen. Het tekort op het sociaal domein heeft hierdoor geen financiële invloed op het begrotingssaldo.
- De reserve rekeningresultaten zetten we jaarlijks in voor een bedrag van € 622.000.
- Vooruitlopend op een te verwachten rekeningoverschot ramen we € 500.000 aan onderuitputting.
- De algemene uitkering is gebaseerd op de maartcirculaire 2018. Hierbij zijn extra gelden beschikbaar gekomen voor de uitvoering van het regeerakkoord. De mei- of junicirculaire 2018 hebben we niet kunnen verwerken.
In principe geldt dat we structurele lasten moeten dekken met structurele baten. Daarnaast moeten de ramingen realistisch zijn. Met name bij taakstellende bezuinigingen moeten we bij de begroting naar de provincie aantonen of deze bezuinigingen realistisch zijn. Voor het sociaal domein hebben we een taakstellende bezuiniging ingeboekt. We komen nog met voorstel naar de raad van september 2018 op welke wijze we de tekorten willen terugdringen.
In het kader van het provinciaal toezicht moet in eerste instantie het begrotingsjaar (2019) structureel sluitend zijn. Is dit niet het geval, dan dient het laatste jaar van de meerjarenraming (2022) structureel sluitend te zijn.
Het saldo van de algemene reserve bedraagt ruim € 9 miljoen. Dit is het saldo na aanwending van deze reserve voor dekking van de tekorten op het sociaal domein en het begrotingstekort voor 2019. Op de besteding van dit bedrag liggen geen claims.